NCG-400 sensor
NCG sensor systeem
Het NCG systeem verbetert en borgt de kwaliteit van uw sterilisatieproces
NCG-400 sensor
Het NCG systeem verbetert en borgt de kwaliteit van uw sterilisatieproces
Lees meer over de totstandkoming van de NCG-400
Waarom kiezen voor NCG sensor?
Vragen over de werking en mogelijkheden uitgelegd
NCG-sensor staat voor ‘Niet Condenserende Gassen’ sensor. De sensor meet de hoeveelheid gassen in de sterilisatorkamer die niet condenseren in het druk- en temperatuurdomein van stoomsterilisatieprocessen.
De NCG-sensor wordt aangesloten op een stoomsterilisator via een aanwezige validatie poort. De USB uitgang van de sensor controller wordt verbonden met een PC of laptop. De programma’s op deze computer zetten de gemeten data om in grafieken en toegankelijke bestanden.
Per computer kunt u minstens 5 sensoren uitlezen.
Van de NCG-sensor komt alleen de buisvormige binnenkant in contact met stoom. Deze buis is geconstrueerd uit roestvast staal L316, wat zeer goed bestand is tegen stoom. Alleen de ventilator op de bovenkant van de sensor is een bewegend deel. Alle andere componenten zijn passieve componenten, die niet aan slijtage onderhevig zijn.
De NCG sensor wordt hermetisch gekoppeld aan de kamer van de stoomsterilisator. Het werkingsprincipe berust op de warmteoverdracht van condenserende stoom naar de binnenkant van de sensor. Nadat het sterilisatieproces is gestart wordt de ruimte binnen de sensor vanuit de sterilisatiekamer gevuld met een mengsel van stoom en lucht. De stoom condenseert tegen de binnenwand van de sensor. Hierbij komt warmte vrij, die door de sensor wordt afgevoerd. De per seconde afgevoerde hoeveelheid warmte wordt door de sensor gemeten. Als er geen lucht in de stoom aanwezig is, condenseert de stoom tot bovenin de sensor. Als er wel lucht aanwezig is, condenseert de stoom niet helemaal tot bovenin de sensor, waardoor minder warmte hoeft te worden afgevoerd. Hoe meer lucht in de stoom aanwezig is, hoe minder warmte wordt afgevoerd. Er is dus een direct verband tussen de hoeveelheid lucht in de stoom in de sterilisatorkamer en het uitgangssignaal van de NCG sensor. De NCG’s worden op deze manier rechtstreeks gemeten.
Uitgebreide informatie over de werking, metingen en gerapporteerde gegevens vindt u in de te downloaden bestanden.
Configuratie 1: De lokale computer (PC of laptop) communiceert via een USB verbinding met de controller van de NCG sensor. De gegevens, die door de controller naar de computer zijn verzonden, kunnen op dezelfde computer worden uitgewerkt. De uitgewerkte gegevens en de bijbehorende figuren kunnen desgewenst worden gekopieerd, gearchiveerd en afgedrukt.
Configuratie 2: Een computer (PC, laptop of mini-PC) communiceert via een USB verbinding met de controller van de NCG sensor. De gegevens die door de controller naar de computer zijn verzonden worden daar meteen uitgewerkt. De uitgewerkte gegevens en de bijbehorende figuren worden opgeslagen op een server. Hierbij zijn 2 varianten mogelijk:
(Original Equipment Manufacturer)
Configuratie 3: Een configuratie die gebruikt kan worden door bijvoorbeeld fabrikanten van stoomsterilisatoren. Hierbij wordt de NCG-sensor feitelijk een deel van de sterilisator. De controller van de NCG sensor communiceert rechtstreeks met de besturingseenheid van de sterilisator. Dit kan gebeuren via een USB of RS232 verbinding. De gegevens die door de NCG sensor naar deze besturingseenheid worden verzonden moeten door de software die daar op draait worden uitgewerkt. Daarna worden de uitgewerkte gegevens naar een server geschreven, samen met de andere gegevens van de sterilisator.
Aan de standaard EN285:2015.
Nee.
Geadviseerd wordt het enige bewegende deel (de ventilator) om de 5 jaar te vervangen.
Chemische, biologische en fysische indicatoren gebruikt in monitoring systemen voor (stoom)sterilisatie vallen niet onder de MDR (Medical Devices Regulation). Fysische indicatoren zijn bijvoorbeeld thermosensors (Pt100) en drukmeters. De NCG sensor is een ‘fysische indicator’ en valt daarom niet onder de MDR. Vanzelfsprekend heeft de NCG sensor wel de van toepassing zijnde CE conformiteitverklaring voor voltooide machines (Richtlijn 2006/42/EC, Annex II, sub A).
Tenminste 10 jaar.
De NCG-sensor programma’s worden geleverd als standaard MSI packages, die alle benodigde stappen verzorgen. Sommige programma modules moeten worden geactiveerd met behulp van software-sleutels, die door SolidToo bij de NCG-sensor worden geleverd. Verder informatie is te vinden in de installatie-handleidingen en instructie-video’s.
Het uitgangssignaal van de NCG-sensor wordt gemeten tijdens een aantal test-processen waarbij tijdens de sterilisatiefase bekende hoeveelheden NCG’s aanwezig zijn. Deze metingen worden uitgevoerd in het gebied tussen 0.1 en 10 % (volume NCG t.o.v. volume condensaat).
Als op een sterilisator 10 processen per dag draaien, wordt per etmaal ruwweg 5 MB aan gegevens en figuren opgeslagen. Dit kost per jaar slechts 2 GB aan schijfruimte per gekoppelde NCG-sensor.
Nee, alleen een software sleutel, maar deze is bij de prijs van de NCG-sensor inbegrepen.
Een USB printer kan worden aangesloten aan een stand-alone pc, een netwerk-printer worden gebruikt wanneer gebruik wordt gemaakt van een “fat” client.
De client-software draait alleen onder Windows10 of gelijkwaardig.
De temperatuur van de koel-vin van de ventilator wordt door de controller continu bewaakt. Als deze temperatuur boven in ingestelde limietwaarde (75 °C) komt, worden het verwarmings- en koelelement automatisch uitgeschakeld.
Ja, maar dit is niet noodzakelijk en hieraan zijn extra kosten verbonden.
Dat is niet bekend.
Ja, dit type installer wordt op dit moment al gebruikt.
Het is mogelijk om data die worden ontsloten met bijvoorbeeld een Android of iOS systeem te bekijken, maar deze optie is niet noodzakelijk.
Voor de validatie en OEM configuraties is dit niet nodig of niet van toepassing. Voor de monitoring configuratie is dit nodig als anderen toegang willen hebben tot de uitgewerkte meetgegevens en de bijbehorende figuren, of wanneer Windows updates moeten worden geïnstalleerd. Als er (tijdelijk) geen netwerk verbinding aanwezig is, kunnen de data op de lokale computer worden opgeslagen.
De software wisselt geen aan personen gerelateerde data uit en maakt daar ook geen gebruik van.
De Bowie en Dick test is meer dan 50 jaar geleden gepostuleerd als een manier om na te gaan of de stoompenetratie in een textielpakket voldoende hoog was. Deze test zegt niets over de stoompenetratie in instrumenten met nauwe kanaaltjes, zoals die tegenwoordig worden gesteriliseerd. Hij zegt hooguit wat over de efficiëntie van de luchtverwijdering uit de sterilisatorkamer, dus over de stoomkwaliteit. Vaak wordt aan het begin van de dag een test met een B&D pakket of een elektronische versie van deze test uitgevoerd. Als deze test goed uitvalt, hoopt men dat de stoomkwaliteit bij alle volgende processen op die dag voldoende goed blijft. Dit blijkt in de praktijk niet zo te zijn. De NCG-sensor geeft kwantitatieve informatie over de stoomkwaliteit bij elk proces. Dit geeft niet alleen meer zekerheid, maar maakt de Bowie en Dick test overbodig.
Er worden dan geen gegevens meer uitgelezen en opgeslagen, maar de NCG-sensor draait gewoon door, dus de regelcircuits van het verwarmingselement en de koeling blijven werken.
Verschillende NCG sensoren uit een productie-serie worden individueel gekalibreerd. Uit deze gegevens wordt een generieke kalibratie voor de andere sensoren uit deze serie afgeleid, die ruimschoots (meer dan 100 maal nauwkeuriger) voldoet aan de standaard EN285:2015. Deze procedure is te vergelijken met bijvoorbeeld de manier waarop een Pt100 weerstandsthermometer wordt gespecificeerd (klasse A, B, etc.).
De air-detector is een instrument dat gebaseerd is op druk- en/of temperatuurmeting van gas in een buisje. Dit instrument is daarom niet geschikt om de hoeveelheid NCG’s kwantitatief te bepalen. Los hiervan is de air-detector gevoelig voor variaties van de omgevingstemperatuur, terwijl deze geen of een verwaarloosbare invloed hebben op het signaal van de NCG sensor.
De software van de NCG-sensor draait onder Microsoft Windows10. Minimumvereisten voor de hardware zijn een Intel i3 CPU of gelijkwaardig, 8 GB RAM, 125 GB opslag en een USB 2.0 poort.
Nee, er wordt in configuratie 2: fat client alleen data uitgewisseld tussen de client en een netwerk-server.
Software-updates worden gemaakt als de functionaliteit van de programmatuur daartoe aanleiding geeft. Deze kunnen dan worden gedownload vanaf deze website. Alleen als het kritische updates betreft worden de gebruikers van de NCG sensor actief geïnformeerd.
Er wordt via een USB verbinding hardware gekoppeld aan de stand-alone PC of cliënt, die zich doorgaans in een aparte ruimte bevindt.
Nee. De figuren worden gemaakt in pdf format, en zijn op iedere gangbare printer af te drukken. Als een lokale printer wordt gebruikt, moeten wel de geschikte printer-drivers op de lokale computer worden geïnstalleerd en een seriële of USB verbinding aanwezig zijn.
Staat uw vraag er niet bij? Neem dan contact op.